Test2

Innerlijk kindwerk

‘Jan heeft al 12 jaar een relatie met zijn vriendin Liesbeth. Eigenlijk ervaart hij dat hij niet gelukkig is, zijn vrouw is een stuk minder intelligent dan hij en ze is daarnaast wantrouwend en controlerend naar hem. Meerdere keren heeft Jan de relatie verbroken, maar telkens als hij op dat punt komt wordt hij overvallen door wanhoop en maakt het toch weer goed met zijn vrouw.’

‘Marieke werkt hard, ze heeft een goede baan als directeur van een middelbare school. Ook buiten haar werk om is ze betrokken in commissies en ze sport veel. De laatste tijd begint haar lichaam op te spelen, ze krijgt last van haar darmen en voelt zich vermoeid. Rust is nodig, maar het lukt Marieke niet om haar activiteitenniveau te verlagen.’

Hoe werkt Innerlijk kindwerk?

Jan en Marieke zitten beiden in situaties die om verandering vragen, toch lukt dat niet. Hoe komt dat? Hun gedrag is de uitingsvorm van onderliggende patronen. In therapie blijkt dat die patronen al in de jonge kindertijd zijn ontstaan.

Afwezige moeder

Door innerlijk kindwerk ontdekt Jan dat hij de overtuiging heeft dat hij niet op zijn eigen benen kan staan. Zijn grote behoefte aan steun blijkt voort te komen uit een gebrek aan steun en zorg in zijn tweede levensjaar. Zijn moeder leed in die tijd aan een zware depressie en kon hem maar matig voorzien van de zorg die hij eigenlijk nodig had.

Hoewel Jan in het hier en nu een volwassene is geworden, leeft een deel van hem nog steeds in de overtuiging dat hij het leven niet zelf aan kan en daardoor ‘hangt’ hij aan zijn relatie. In therapie leert Jan voor zichzelf te zorgen wanneer hij wanhoop ervaart. Zijn ‘volwassen bewustzijn’ wordt versterkt, waardoor hij de kracht vindt om anders met de situatie om te gaan.

Veeleisende vader

In het geval van Marieke blijkt dat haar vader een groot beroep deed op haar zelfstandigheid, al vanaf haar derde jaar. Ze had het ene nog niet geleerd of ze moest het volgende alweer kunnen. Wanneer ze onderdeed aan de verwachtingen van haar vader, dan reageerde hij ongeduldig en streng, wanneer ze het wel goed deed ontving ze liefde was hij trots en pronkte met haar. Dit heeft Marieke de indruk gegeven dat ze altijd hard moet werken om liefde te verdienen. Ze moet de beste zijn. Door innerlijk kindwerk maakt ze contact met de gevoelens van paniek die ze als kind ervaren heeft en die, onder alle afleiding die ze heeft door hard te werken, nog steeds in haar voortleven. Door de gevoelens van paniek te verwerken en door het inzicht over haar gedragspatroon lukt het Marieke om meer in contact te komen met haar zachtere kant, haar verlangen naar rust en verbinding met andere mensen op basis van gelijkwaardigheid. In therapie vind ze de steun om veranderingen aan te brengen.